aardrijkskun.de

aardrijkskun.de helpt je bij het leren voor het vak aardrijkskunde!

Stap 1 (voor de toets): maak vanaf het begin een goede start en houd bij

Als je vlak voor een toets even snel de stof erin stampt, krijg je met een beetje geluk een aardig cijfer. Je zult een vak echter nooit volledig beheersen. En dat terwijl je vaak 'verder' gaat met wat je eerder hebt geleerd en dat dus wel had moeten beheersen. Maak daarom vanaf het begin een goede start en houd het leerwerk bij, zodat je voldoende tijd hebt voor de verwerking van de leerstof.

  1. Leerwerk spreiden is beter dan last-minute pieken.
  2. Leer liever drie keer tien minuten dan één keer een half uur.
  3. Zorg dat de leerstof in het langetermijngeheugen i.p.v. het kortetermijngeheugen komt, dan kun je het sneller en beter uit je hoofd halen tijdens een toets.

Je oogst wat je gezaaid hebt.

Wanneer een boer in het voorjaar geen zaden zaait of in de zomer niet voor de gewassen zorgt, valt er in de herfst niets te oogsten.

Stap 2 (voor de toets): werkboek

Raffel verwerkingsopdrachten in het werkboek niet af. Het is een controle of je de leerstof snapt. Maak ze met potlood, zodat je de antwoorden kunt aanpassen en je dus kunt leren van je fouten.

Snel, sneller, snelst...

Je hebt helemaal gelijk. Snel afraffelen levert het meeste tijdwinst op. Lekker snel klaar, dus meer tijd voor je smartphone. Maar je hersenen hebben amper de tijd om de stof te verwerken. Snel? Ja. Slim? Hmmm.

Stap 3: lezen

Het lezen van een paragraaf of hoofdstuk is de belangrijk. Doe dit het liefst vóór je docent de paragraaf gaat behandelen, zodat je voor de uitleg zelf al het een en ander kent. Dat maakt het makkelijker om tijdens de les vragen te beantwoorden die je docent eventueel stelt of het leggen van verbanden of relaties.

Als je gaat leren voor een toets, lees je de leerstof nog eens grondig door. Snap je iets niet? Vraag een klasgenoot, je docent of zoek een filmpje over het betreffende onderwerp. Het is echter het begin van het leren, dus stop niet na het lezen. Lezen is iets anders dan leren.

Begrijpend lezen

Herken je het gevoel dat je na het lezen van een tekst niet meer weet wat je precies hebt gelezen? Je leest dan waarschijnlijk passief. Om te onthouden moet je actief gaan lezen, ook wel diep lezen of begrijpend lezen genoemd. Je kunt dit trainen door meer te lezen.

Stap 4: leren

Begrippen leren bij aardrijkskunde is vergelijkbaar met het leren van woordjes bij Duits, Engels of Frans.

Er zijn 1000 manieren om te leren. Welke het best bij jou past is niet direct te zeggen. Flashcards zijn een makkelijk hulpmiddel bij het leren van begrippen bij aardrijkskunde, waar veel positieve ervaringen bekend van zijn.

Schrijf het begrip op de voorkant en de definitie op de achterkant: overhoor jezelf door een kaartje te pakken en óf het begrip óf de definitie te geven. Herhaal dit tot je alles goed kent. Daar ligt de kracht van herhaling: binnen enkele uren verliezen we meer dan de helft van wat we hebben geleerd, maar regelmatig herhalen helpt om dit te voorkomen.

Je mag ze natuurlijk niet gebruiken, maar het maken van spiekbriefjes is een goed middel om de belangrijkste onderdelen uit de leerstof te halen. En als je ook nog meer dan één spiekbriefjes maakt -- schrijf ze: als je schrijft onthoud je dingen beter -- is daar de broodnodige herhaling.

Tot slot: ook mindmaps kunnen een nuttige toevoeging zijn.

Herhaling is de kracht van reclame.

Je kent de slogan "Kruidvat. Steeds verrassend, altijd voordelig." puur en alleen omdat je 'm heel vaak gehoord hebt. En geloof ons: hij zit voor altijd in je hoofd opgeslagen. Wil je iets opslaan in je langetermijngeheugen? Dan is alleen herhaling de juiste weg die je moet bewandelen.

Stap 5: toepassen

Het leren van begrippen is belangrijk, maar het is slechts het begin. Bovendien is dat stampen het simpelste. Zorg dat je niet alleen de begrippen leert, maar zorg dat je er ook iets mee kunt.

Leren met de 5 W's en 1 H kan helpen. Verzin vragen die beginnen met een W om jezelf te overhoren. Start met de simpelste vraag: "Wat is...", en bouw daarna op naar andere W's en de H. Daarnaast is het aan te raden om je vragen op te schrijven, zodat je ze kunt uitwisselen met klasgenoten. Zo kun je elkaar helpen. En natuurlijk kunnen ook je ouders of je broer/zus helpen met het verzinnen van vragen.

  1. Wie
  2. Wat
  3. Waar
  4. Wanneer
  5. Waarom
  6. Waarom daar
  7. Hoe?

Bijvoorbeeld:

  1. Wie was Wladimir Köppen?
  2. Wat is de Schaal van Richter?
  3. Waar is de loefzijde?
  4. Wanneer is het zomer?
  5. Waarom is de evenaar de warmste plek op aarde? (waarom)
  6. Waarom wordt Japan regelmatig getroffen door een aardbeving? (waarom daar)
  7. Hoe bereken je de bevolkingsdichtheid?

De "wie"-vraag zul je bij aardrijkskunde relatief weinig tegenkomen.

Gebruik je zintuigen: kijk, lees, schrijf, voel, proef, spreken... Hoe meer jij doet, hoe beter je hersenen dingen onthouden.

Vind je het lastig om zelf vragen te bedenken? Doe het samen met je klasgenoot, vraag je ouders om mee te denken of gebruik ChatGPT of Microsoft CoPilot van Bing. Een simpele zoekterm: "Bedenk 15 toetsvragen over het onderwerp aardbevingen op het niveau van klas 2 van de middelbalre school". Vragen die gaan over stof die je niet hebt gehad kun je overslaan.

Duits, Engels of Frans

Als je bij Duits, Engels of Frans alleen de woordenlijst in je hoofd stampt, haal je gegarandeerd een onvoldoende. Je zult ook de grammatica moeten kunnen toepassen en zinnen moeten kunnen schrijven.

Bij aardrijkskunde is dat ook het geval. Als je alleen de begrippen leert, maar ze niet leert toepassen is een onvoldoende bijna onvermijdelijk.

Stap 6: zelftoets

Heeft het boek dat je gebruikt een zelftoets beschikbaar? Probeer die toets dan te maken als je vlak voor het proefwerk bent, zodat je weet waar je wel en niet nog extra aandacht moet besteden.

Methodes

De meeste methodes hebben zelftoetsen beschikbaar. Vraag je docent of jouw boek ook een zelftoets heeft.

Stap 7: antwoorden

Het komt helaas vaak voor dat een leerling wel een antwoord op de vraag weet, maar het niet duidelijk opschrijft. Het goed opschrijven van antwoorden is daarom erg belangrijk. Daarnaast wordt niet altijd antwoord gegeven op de vraag, terwijl het antwoord wel feitelijk klopt (vraag: "Hoeveel is 1 plus 1?", antwoord: "Amsterdam is de hoofdstad van Nederland"). Controleer dus altijd of je antwoord ook echt een antwoord is op de vraag.

"Ze hebben het daar toen gedaan." is misschien voor jou duidelijk, maar als iemand anders dat antwoord leest is dat het niet. Want... Wie zijn ze? Wat is het? Waar is daar? Wanneer was toen? Zorg dus dat je concreet bent en duidelijk antwoord geeft op de vraag. "Bert & Ernie hebben gisteren een koekje gegeten op het strand."

Hoe beantwoord je een vraag? Lees de gehele vraag goed en bekijk eventueel een afbeelding, diagram, tabel, tekst of andere bron. Schrijf een duidelijk antwoord op je antwoordenblad en voorkom verwijzingen met 'ze', 'het', 'daar' of 'toen'. Lees na het schrijven je antwoord nog een keer door. Mist er informatie? Verbeter zo nodig of vul het antwoord aan.

Wat is het?

"Ze hebben het daar toen gedaan." levert nooit punten op in een toets.

Disclaimer

Het gebruik van de website geschiedt volledig op het risico en de verantwoordelijkheid van de gebruiker. Bezoek ook eens agenda-abonnement.nl, cijfersberekenen.nl of kasgeldtellen.nl. aardrijkskun.de gebruikt geen cookies. © Copyright 2023-2024. Alle rechten voorbehouden.

Made with in Zwolle